Dag 1 van je cyclus
Dag 1 van je cyclus is de dag dat je opstaat met helderrood menstrueel bloedverlies.
Krijg je pas in de loop van de dag je menstruaties of wordt het bloed pas in de loop van de dag helderrood, dan geldt de volgende dag als dag 1.
Vanaf dag 3 In geval van lichte stimulatie Vanaf dag 11, 12 Inseminatie met sperma van de eigen partnerInseminatie met donorsperma Ondersteuning en opvolging van het resultaatOpvolging bij zwangerschap Cruciaal voor een goede slaagkans van de inseminatie is dat eicel en zaadcellen elkaar op het juiste moment ontmoeten: beide hebben immers maar een beperkte levensduur.
Volg daarom stipt de instructies van de Dagelijkse Patiëntenmonitoring (DM), het team dat je behandeling opvolgt en begeleidt a.h.v. bloedanalyses en echografieën.
Praktisch
Over het waar-wanneer-en-hoe van bloedafnames tijdens je behandeling in het CRG.
De MBV-behandeling begint op dag 3 van je cyclus - Op dag 3 van je cyclus laat je een bloedprik nemen. Op basis van de hormonale waarden die daarin gemeten zijn, zal je telefonisch de nodige instructies krijgen van de DM.
- Als in je behandeling voorgeschreven werd om de eierstokken licht te stimuleren, hoor je in dit telefoongesprek of je daarmee mag beginnen of nog even moet wachten.
- Als je op dag 3 het seintje krijgt dat je mag doorgaan met je behandeling of starten met de stimulatie, zal je een afspraak krijgen voor een echografie, doorgaans rond dag 11 of 12 van je cyclus.
In geval van lichte stimulatie van de eierstokken - Stimulatie via anti-oestrogenen: je neemt elke dag vanaf dag 3 tot en met dag 7 het aantal voorgeschreven tabletten.
- Stimulatie via inspuitingen met gonadrotofines hMG of rec-FSH: je volgt de richtlijnen van de CRG-arts, zowel qua keuze van medicijn en doses die je (laat) inspuiten, als qua dagen om daarmee te beginnen en te stoppen.
- Op de dag van de echo (dag 11 of 12 van je cyclus) laat je ook een bloedafname doen. Dat kan zonder afspraak.
- Aansluitend daarop wordt de echografie gemaakt waarvoor je op dag 3 een afspraak hebt gemaakt.
- Tussen 15u. en 18u. van nog steeds dezelfde dag, als de resultaten van echo en bloedonderzoek bekend zijn, neemt de DM contact met jou op.
Praktisch
Over het waar-wanneer-en-hoe van echografieën tijdens je behandeling.
Vanaf dag 11-12 zijn er verschillende mogelijkheden
- Ofwel geeft je bloedanalyse een LH-piek te zien.
De eisprong is nakend: normaal volgt de eisprong binnen de 36 tot 42 uur. Dus als die piek zich op het ogenblik van de bloedanalyse al heeft voorgedaan, zal de eisprong zich eerder voltrekken. De DM geeft je dan meteen een afspraak voor de inseminatie, doorgaans binnen de 24 uur. - Ofwel toont de bloedanalyse nog geen LH-piek.
Dan bepaalt het resultaat van de echografie wat er moet gebeuren: - als de follikel nog te klein is (diameter < 17 mm.) plan je samen met de DM een nieuwe echografie en (voorafgaande) bloedanalyse;
- als de echografie minstens één en maximum drie rijpe follikels toont, moet je op het ogenblik dat de DM bepaalt de aangegeven doses hCG (laten) inspuiten, het substitutiehormoon dat de eisprong uitlokt.
Je krijgt dan ook een afspraak voor de inseminatie zelf (zie ook hieronder, voor de levering van het spermastaaltje).
Goede hygiëne
Wat het personeel dat de interventie uitvoert erg apprecieert, is een
goede hygiëne.
Indien mogelijk een douche of wasbeurt vooraf en fris
geurende voeten maken het aangenamer voor iedereen.
Ofwel geeft de echografie méér dan drie rijpe follikels te zien. Dan is de kans op een meerlingzwangerschap (wat belangrijke risico's inhoudt voor zowel de moeder als de baby's) te groot om de behandeling gewoon te laten doorgaan. In overleg met jullie wordt beslist wat er moet gebeuren: - er worden een aantal follikels aangeprikt, zodat er slechts één, maximum twee overblijven en de inseminatie plaats kan vinden;
- de kunstmatige inseminatie wordt vervangen door een IVF-behandeling:
alle rijpe eicellen worden verzameld via een eicelpunctie en bevrucht in het laboratorium met het sperma van de partner of de donor; - de kunstmatige inseminatie wordt vervangen door eicelvitrificatie:
alle rijpe eicellen worden verzameld via een eicelpunctie en ingevroren om te worden bewaard voor latere bevruchting; - de (huidige) behandeling wordt gestopt. Bij eventuele latere pogingen wordt de stimulatiekuur mogelijk aangepast.
- Na afronding van de KI-behandeling moet je tussen dag 26 en dag 28 opnieuw een bloedanalyse laten doen, dit keer als zwangerschapstest.
Uit de bepaling van het hCG-gehalte (het zwangerschapshormoon) moet blijken of de behandeling geslaagd is of niet (zie verder, opvolging resultaat).
Inseminatie met sperma van de eigen partner (KI)
Praktisch
Over het waar-wanneer-en-hoe van de afgifte van een spermastaaltje tijdens je behandeling of voor donatie.
Voor IUI met 'eigen' sperma worden liefst verse zaadcellen gebruikt. Dan is de kans op bevruchting het grootst.
- Enkele uren voor de inseminatie moet je partner via masturbatie een spermastaaltje produceren.
- Dat sperma gaat naar het laboratorium, waar de beste zaadcellen eruit worden afgezonderd.
- De voorbereiding van het sperma neemt zo'n anderhalf uur in beslag: de inseminatie kan dus pas een uur of twee na afgifte van het staaltje plaatsvinden.
- Bij afwezigheid van de man op de dag van de inseminatie, of als hij denkt dat hij op het cruciale moment niet in staat zal zijn om een spermastaaltje te produceren, kan hij vooraf een spermastaal bezorgen en laten invriezen. Dat moet evenwel op afspraak gebeuren met het labo andrologie.
De inseminatie kan dan indien nodig met dat zaad gebeuren, als de kwaliteit na ontdooiing het toelaat. - De inseminatie zelf gebeurt in een consultatieruimte en wordt doorgaans uitgevoerd door een CRG-counselor. Je partner kan daarbij zijn:

- je gaat in een gynaecologische stoel liggen;
- je vagina wordt verwijd met een speculum, en
- met een speciaal katheter wordt het sperma door je baarmoederhals heen in je baarmoeder gebracht.
- Daarna moet je tien minuutjes blijven liggen. Dat verhoogt aanzienlijk de slaagkans van de inseminatie.
Inseminatie met sperma van een donor (KID)
Bij KID gebeurt de inseminatie van de eicellen met zaadcellen van een zorgvuldig gescreende donor. Zie voor de selectiecriteria
Donatie, de grote lijnen.
In de meeste gevallen blijft de donor voor de patiënte en haar eventuele partner volstrekt anoniem. Ook de donor zelf weet niet wie met zijn zaad wordt bevrucht.
Niettemin laat de Belgische wet ook de optie toe van een gekende donor, die dan aangebracht is door de wensouder(s) in kwestie.
Maar ook dan wordt voor KID
altijd ingevroren sperma gebruikt, dat kort voor de inseminatie wordt ontdooid.
De reden daarvoor is dat het CRG er absoluut zeker van wil kunnen zijn dat het sperma gezond is. In principe kan het enkele maanden duren voor een besmetting met geelzucht (Hepatitis B, C) of met het HIV-virus, dat aids veroorzaakt, aan het licht komt. En dus bewaart het CRG alle donorsperma minstens zes maanden voor het, nadat de donor nog eens grondig is getest, eventueel wordt gebruikt.
Voor meer informatie klik of
spermadonatie of surf naar
www.spermadonor.be als je zelf donor wil worden.
Bloedonderzoek: zwanger?
Na afronding van de KI-behandeling moet je op dag 15 na de inseminatie een bloedonderzoek laten doen, om te achterhalen of je zwanger bent of niet.
Samen met jullie duimen wij natuurlijk voor een positieve uitslag.
Maar ook als intussen je menstruatie al is begonnen, blijft de bloedprik aangewezen, en wel op dag drie van de menstruatie. Uit het bloed kan worden afgeleid of er een normale eisprong heeft plaatsgehad, wat met het oog op een toekomstige poging belangrijk is.
Innesteling vergemakkelijken met progesteron (indien van toepassing)
Afhankelijk van de situatie zal je al dan niet worden gevraagd om vanaf de dag van de inseminatie te starten met de toediening van progesteroncapsules, die je diep in de vagina moet inbrengen.
Progesteron bevordert de opbouw van het baarmoederslijmvlies en vergemakkelijkt de innesteling van een embryo.
- De dag zelf doe je dat één keer, 's avonds: je moet immers wachten tot na de inseminatie voor je begint met de progesteronkuur.
- Vanaf de dag erna breng je de capsule drie keer per dag in, met een interval van ongeveer acht uur. Je gaat daarmee door tot de DM zegt dat je mag stoppen.
- Om het gevaar voor vaginale ontstekingen te verkleinen, was je je handen voor je de capsules inbrengt.
- En aangezien ze onvermijdelijk voor een beetje vaginale afscheiding zorgen, gebruik je ook best inlegkruisjes.
Opvolging bij zwangerschap
Als blijkt dat je zwanger bent, zal je vanaf dat moment verder begeleid worden door de huisarts of gynaecoloog die je naar ons heeft verwezen.
Toch zullen we vanuit UZ Brussel verder informeren naar het verloop van je zwangerschap en zelfs tot na de geboorte contact houden. Daarom krijg je van ons twee vragenlijsten toegestuurd:
- de eerste krijg je tegen het einde van het eerste trimester van je zwangerschap,
- de tweede kort na de voorziene bevallingsdatum.
Onze bevragingen mag je enerzijds zien als persoonlijke interesse: we willen graag weten of de behandeling succes heeft gehad en of je eventueel problemen hebt ondervonden.
Anderzijds kaderen ze in het wetenschappelijk onderzoek dat we permanent voeren naar zwangerschappen ontstaan en kinderen geboren uit een MBV-behandeling. Daarmee proberen we steeds de kwaliteit van onze behandelingen te verbeteren en de effecten van bepaalde wijzigingen (bv. in stimulatiemedicatie) in kaart te brengen.
Bovendien voldoen we daarmee aan de wettelijke verplichting om statistische gegevens te verzamelen over (de gezondheid van) onze patiënten en hun uit IVF/ICSI of KI(D) geboren baby's.
Wij vragen onze patiënten dan ook met aandrang om ons de vragenlijsten ingevuld terug te bezorgen. Je helpt daarmee niet alleen het wetenschappelijk onderzoek vooruit, maar je dient er ook vele toekomstige patiënten mee. En misschien ben je dat zelf ooit nog eens.
Voor je privacy hoef je niet te vrezen: alle gegevens worden volstrekt anoniem verwerkt. Er bestaat geen enkele kans dat de medische en andere informatie die jij ons verstrekt, teruggevoerd kan worden naar jou als persoon.