Inseminatie en stimulatie

MBV-behandeling: wat?

MBV staat voor medisch begeleide voortplanting. Dat is de overkoepelende term voor de verschillende vruchtbaarheids-behandelingen: kunstmatige inseminatie, IVF, IVF-ICSI, IVM,...

Als zwanger worden spontaan niet lukt, zijn verschillende MBV-behandelingen mogelijk.
Welke het meest aangewezen is, hangt af van je vruchtbaarheidsprobleem.
Daarom zal de CRG-arts proberen om via vooronderzoeken de oorzaak van jullie verminderde vruchtbaarheid in kaart te brengen: zie onderzoeken vrouw en man.
Onder Voortraject en begeleiding waaruit de aanloop naar een MBV-behandeling bestaat, en hoe je voor de hele duur ervan professioneel wordt begeleid in het CRG.

Behalve voor IVF|ICSI kan je in het CRG terecht voor:
  • coïtustiming,
  • kunstmatige inseminatie,
    beide al dan niet gecombineerd met
  • ovulatie-inductie.

Een MBV-behandeling gaat meestal gepaard met (een lichte) stimulatie van de eierstokken, daarom begint onze uitleg daarmee.

Ovulatie-inductie of het opwekken van de eisprong

     

Goede raad vooraf

Wat kan ik zelf doen om mijn behandeling een grotere kans op slagen te geven? Je leest het hier.

En klik op Foliumzuur als je wil weten wat elke vrouw die zwanger wil worden, daarover moet weten.

De toediening van GnRH-analogen
De toediening van hCG
De inname van anti-oestrogenen 
De toediening van gonadotrofines
 
Bij de vrouw zijn ovulatiestoornissen de meest frequente oorzaak van verminderde vruchtbaarheid. Verschillende medicamenteuze behandelingen proberen die ontregeling te remediëren, met als doel de eisprong op te wekken (ovulatie-inductie).

Ovulatie-inductie versus stimulatie
Ovulatie-inductie is niet hetzelfde als gecontroleerde stimulatie:
  • bij IVF|ICSI wordt de ontwikkeling gestimuleerd van meerdere follikels tegelijk;
  • bij ovulatie-inductie wordt de hormoonproductie bijgeregeld, om zo te komen tot de ontwikkeling van meestal één follikel en tot een voorspelbare eisprong. 
Wat de twee methoden wel met elkaar gemeen hebben is het gebruik van hormoonpreparaten of antihormonen.
Bovendien wordt elke IVF-stimulatiekuur afgerond met een hCG-inspuiting om de eisprong uit te lokken: ovulatie-inductie dus.

De toediening van GnRH analogen  

In normale omstandigheden scheidt de hypothalamus om de zestig tot negentig minuten een kleine hoeveelheid GnRH af: het gonadotrofine releasing hormone, ook gonadoreline genoemd. Dat hormoon zet de hypofyse ertoe aan om de geslachtshormonen (gonadrotofines) FSH en LH vrij te zetten, en die twee zijn cruciaal in de regeling van de menstruatiecyclus.
Als de wisselwerking tussen hypofyse en hypothalamus verstoord wordt door een te lage frequentie of een te ongeregelde GnRH-puls, kan dat verholpen worden met de toediening van in het labo nagemaakte GnRH.
Die toediening gebeurt subcutaan (onderhuids).

Kans op zwangerschap
De (cumulatieve) kans op zwangerschap bedraagt ongeveer tachtig procent na zes maanden.Als na zes maanden geen zwangerschap is opgetreden, wordt de behandeling doorgaans stopgezet en uitgekeken naar alternatieven.

De toediening van hCG   

Soms bestaat een ovulatiestoornis uit een zuivere anovulatie. Dat betekent dat
  • het hele rijpingsproces van de eicel normaal verloopt: er vormt zich een dominant follikel dat vruchtbaar is,
  • maar de LH-piek blijft uit.
    LH is het geslachtshormoon dat - als reactie op de verhoogde oestrogeenproductie van de rijpe eicel - rond het midden van de menstruatiecyclus plots in gehalte stijgt, wat binnen de 36 tot 42 uur tot de eisprong leidt.

Als een echografie een volledig ontwikkelde follikel te zien geeft (>17 mm doorsnee) kan de eisprong uitgelokt worden door toediening van hCG, het zwangerschapshormoon. Dat vertoont namelijk dezelfde bioactiviteit als LH.

Deze methode van ovulatie-inductie wordt zelden op zich toegepast.
Doorgaans wordt ze gecombineerd met een voorafgaande stimulatie van de eierstokken. Zo vormt de hCG-inspuiting een vast onderdeel van de IVF-behandeling, ter afronding van de stimulatiekuur. 
De toediening gebeurt subcutaan (onderhuids).

De inname van anti-oestrogenen  

Het gebruik van clomifeencitraat, een anti-oestrogeen, leidt doorgaans tot een 'natuurlijke' eisprong - en is dus een vorm van ovulatie-inductie. Toch vormt het  geen behandeling op zich.
Wel wordt clomifeencitraat vaak gebruikt bij kunstmatige inseminatie en coïtustiming als lichte stimulatiekuur.

Hoe werkt dit 'antihormoon'? 
Anti-oestrogenen kunnen zich binden aan de receptor voor oestradiol, dat een oestrogeen is.
Dit natuurlijk, vrouwelijk hormoon wordt in de geslachtsorganen aangemaakt. Bij een voldoende hoog gehalte krijgt de hypofyse het signaal dat er wat minder FSH en LH mag vrijkomen (zie de vrouw hormonaal).
Door zich op de receptor voor oestradiol te hechten, doorkruisen anti-oestrogenen dat signaal. Voor de hypofyse lijkt het alsof er geen of onvoldoende oestrogeen is. Daardoor stijgt de concentratie van FSH en LH, met als resultaat een lichte stimulatie van de eierstokken.
Als clomifeencitraat na het begin van de menstruatie wordt toegediend (doorgaans vanaf dag drie en gedurende vijf dagen) kan het ervoor zorgen dat een aantal kleine follikels zich synchroon gaan ontwikkelen tot vruchtbare eicellen. Door een goede opvolging via bloedanalyses en echografieën kan die ontwikkeling nauwgezet gevolgd worden, waardoor de eisprong a.h.w. op een georchestreerd moment plaatsvindt.  

De toediening van gonadotrofines   

Soms worden bij ovulatie-inductie ook lichaamseigen gonadotrofines gebruikt of de synthetische varianten ervan (zie hormoonpreparaten).
Dat gebeurt dan volgens het low dose protocol: de ingespoten dosis wordt zo aangepast dat de eierstokken slechts licht worden gestimuleerd.