Zorgtraject voor wie moeilijk zwanger blijft

Misschien is het jou ook al overkomen? Dolgelukkig bij de bevestiging van zwangerschap, daarna bittere teleurstelling: de zwangerschap evolueert niet of eindigt in een miskraam.
Je bent helaas niet alleen: heel wat zwangerschappen eindigen voortijdig. Al naargelang van het tijdstip waarop dat gebeurt, noemen we dat een miskraam of niet.
Zie daarvoor Herhaald miskraam? We hebben het daar tevens over mogelijke oorzaken.

Consultaties - waar en wanneer?

Na afspraak, op maandag of donderdag
Contacteer ons via het CRG-contactcentrum, per mail of telefoon

Wat is een (herhaald) miskraam?

Eigenlijk is de mens weinig vruchtbaar te noemen: van alle bevruchtingen gaat tenminste de helft verloren. In de meeste gevallen is dat omdat er geen innesteling plaatsvindt: er is dan geen sprake van (beginnende) zwangerschap.
Nestelt de bevruchte eicel zich wel in de baarmoeder, dan komt de productie van het zwangerschapshormoon op gang. Daardoor kan je vaststellen dat je zwanger bent. Maar ook daarna ontwikkelen heel wat zwangerschappen zich niet verder.
  • Als de ontwikkeling zeer snel stopt, noemen we dat een biochemische zwangerschap. Er is een stijging van het zwangerschapshormoon in het bloed, maar geen echografische waarneming die de zwangerschap bevestigt.
  • In andere gevallen zien we de ontwikkeling van een vruchtzak, maar komt het niet tot een dooierzak en embryonale pool. In het jargon noemen we dat een blighted ovum (windei).
  • Van een ‘miskraam’ spreken we pas als op de echografie een embryo met hartactiviteit te zien was en de zwangerschap vervolgens niet verder evolueert.
Algemeen beschouwen we miskraam als een natuurlijk selectiemechanisme, omdat de oorzaak meestal ligt bij een genetische of een ontwikkelingsfout bij de vrucht of bij een verkeerde inplanting in de baarmoeder. 


Van alle zwangerschappen die op zeven weken positieve hartactie tonen:
  • gaat nog steeds vijftien procent verloren;
  • tachtig procent daarvan in de eerste twaalf weken van de zwangerschap.
Hoe verder de zwangerschap gevorderd is, hoe kleiner het risico: na twaalf weken zwangerschap bedraagt het geschatte risico nog ongeveer één procent.
Het risico is leeftijdsgebonden:
  • een vrouw jonger dan twintig jaar heeft 12% procent kans op een miskraam,
  • een vrouw van veertig jaar of ouder 26%.
Dat is logisch: met het stijgen van de leeftijd daalt de kwaliteit van de eicellen en neemt de kans toe op genetische (chromosomale) afwijkingen in het embryo.

Herhaald miskraam is een opeenvolging van minstens twee miskramen zonder dat er een normaal evoluerende zwangerschap tussenin zit. Van alle zwangere vrouwen:
  • ervaart vijf procent twee keer na elkaar een miskraam; en
  • wordt twee procent zelfs drie keer na elkaar met een miskraam geconfronteerd.

 

Wat is het risico op een nieuw miskraam (na het vorige)?
  • Na de eerste miskraam bedraagt het risico 17%, d.w.z. het risico is zo goed als niet verhoogd.
  • Na twee opeenvolgende miskramen stijgt het risico wel, tot 25%,
  • na drie opeenvolgende miskramen stijgt het tot 30% en meer.

In de meeste gevallen kunnen we geen oorzaak vinden voor een (herhaald miskraam. Maar dat betekent niet dat we er niet naar zoeken: zie 'mogelijke oorzaken' (hierna) voor aspecten die we bij jou eventueel kunnen onderzoeken.

Tot vandaag is er niet één oorzaak aan te wijzen voor (herhaald) miskraam. Wellicht spelen verschillende factoren tegelijk een rol, zowel in het embryo als bij de moeder.

Genetische factoren

Omgevingsfactoren
Hormonale factoren
Anatomische afwijkingen
Virale infecties en immunologische oorzaken

Genetische factoren 

We weten dat een groot aantal menselijke embryo’s genetisch abnormaal is. Zeker naarmate de vrouw ouder is en de eicelkwaliteit daalt, stijgt het risico op chromosomale afwijkingen. Vandaar dat (herhaald) miskraam frequenter is in een oudere populatie.

Als koppel kan je een grote proportie abnormale embryo’s hebben als gevolg van een genetische fout in je DNA. Die diagnose komt echter niet zo frequent voor, slechts bij twee tot vijf procent van de paren die drie miskramen doormaakten.
Sommige onderzoekers menen trouwens dat zelfs in deze situatie de embryonale genetica niet de ware oorzaak is van het miskraam. Het manco ligt bij het baarmoederslijmvlies, dat niet selectief genoeg is. Normaal gezien moet het nl. de capaciteit hebben om abnormale embryo’s te herkennen en die niet te laten nestelen. Als dat goed zou verlopen, zou er geen sprake zijn van zwangerschap: het embryo zou het ‘normale’ pad van de menstruatiecyclus volgen.

Omgevingsfactoren 

De volgende ‘externe’ factoren kunnen gerelateerd worden aan (herhaald) miskraam:
  • roken
  • alcoholgebruik
  • intensief cafeïneverbruik
  • overgewicht
  • de blootstelling aan anesthetische gassen, tetrachloroethyleen (gebruikt in de droogkuis/stomerij), isotretinoïne (medicatie tegen acne) en andere toxische stoffen.
Voor andere externe factoren kan het verband niet worden aangetoond. Er zijn geen studies die de invloed - positief of negatief - van bedrust, fysieke inspanning of bv. fitnessprogramma's bewijzen.

Hormonale factoren 

Milde hormonale afwijkingen leiden niet aantoonbaar tot herhaald miskraam. Slecht gecontroleerde hormonale problemen zoals onderstaande verhogen het risico wel:
  • (ontregelde) diabetes;
  • ernstige schildklierafwijkingen
  • polycystisch ovarieel syndroom.
  • een te hoog prolactinegehalte in het bloed; en
  • een te laag progesterongehalte in de periode na de inplanting van het embryo.

Anatomische afwijkingen   

In de bevolking als geheel komen afwijkingen van de baarmoeder voor bij twee tot vier procent van de vrouwen: poliepen binnen en buiten de baarmoeder, de aanwezigheid van een tussenschot (septum) of van verklevingen (Asherman syndroom). Dat zijn aangeboren of verworven afwijkingen, die ertoe leiden dat het embryo zich onvoldoende kan ontwikkelen.
Bij vrouwen met herhaald miskraam vinden we bij tien tot vijftien procent een afwijking in de baarmoederholte, vaak een septum.

Virale infecties en immunologische oorzaken 

Er zijn weinig harde bewijzen dat infecties herhaald miskraam kunnen veroorzaken. Daarentegen kunnen afwijkingen in het afweersysteem (immunologisch) - hoewel ze zeldzaam zijn - in hoge mate bijdragen tot herhaald miskraam (zie ook wetenschappelijk project).
Vaak gaat het om antistoffen die de vrouw (te veel) aanmaakt tegen lichaamseigen weefsels. In dat geval spreken we van een auto-immuunaandoening. Het meest in verband gebracht met herhaald miskraam is het antifosfolipidensyndroom.