Hoe zit een man hormonaal in elkaar en hoe functioneren zijn geslachtsorganen?
Dat is het terrein van de andrologie, de tak van de medische wetenschap die zich specialiseert in de mannelijke (on)vruchtbaarheid.
De man hormonaalDe zaadproductieDe man hormonaal

De aanmaak en de rijping van zaadcellen wordt geregeld door de gonadotrofines FSH en LH.
- FSH (follikelstimulerend hormoon, zo genoemd omdat het identiek is aan het hormoon dat bij de vrouw de follikelrijping stimuleert) zorgt onrechtstreeks voor de aanmaak van de zaadcellen,
- LH (luteïniserend hormoon) onrechtstreeks voor de rijping ervan.
FSH en LH worden afgescheiden door de hypofyse, een kleine klier in de hersens. Die krijgt daartoe het bevel van de hypothalamus, een gedeelte van de tussenhersenen dat er net boven ligt.
De hypothalamus scheidt heel regelmatig een klein hormoon af: GnRH, of
gonadotrofine releasing hormone. Dat zorgt voor de vrijmaking (releasing) van de gonadotrofines FSH en LH.
Kortom: FSH en LH zetten de voortplantingsorganen aan het werk, zodat die op hun beurt geslachtshormonen gaan aanmaken. Bij de man is dat in hoofdzaak testosteron.
Testosteron
Testosteron is wat een jongen tot een man maakt. De productie ervan start in de puberteit en zorgt voor de ontwikkeling van de secundaire seksuele kenmerken (baardgroei, stem, spierontwikkeling, ...). Vanaf dan regelt het de seksuele functie en het libido van de man en zorgt het (mee) voor de rijping van de zaadcellen.
De testosteronproductie bereikt een piek rond de leeftijd van 30-35 jaar, daarna neemt ze geleidelijk af.
In de 'cyclus' van de man levert het testosterongehalte een boodschap op richting hersenen: als er voldoende mannelijk hormoon aanwezig is, vertraagt de afscheiding van GnRH en komen er als gevolg minder gonadrotofines vrij. Omgekeerd, als het testosterongehalte daalt, bv. omdat de zaadbal onvoldoende testosteron aanmaakt, krijgen de hersenen de boodschap dat de productie van FSH en LH aangezwengeld mag worden.
Het chauffageprincipe
- Als het koud is in de kamer (weinig mannelijk hormoon aanwezig) zorgt de thermostaat ervoor dat de verwarming aanslaat (aanmaak gonadotrofines);
- zodra de kamer opgewarmd is (genoeg testosteron), gaat de verwarming uit (geen aanmaak gonadotrofines).
Op dit principe is bv. de werking van de mannenpil gebaseerd.
Het verklaart meteen waarom de inname van testosteron (bv. door bodybuilders) tot onvruchtbaarheid kan leiden. Mannen die testosteron innemen (omdat het mannelijk hormoon ook zorgt voor de opbouw van spiermassa) zetten als het ware bijverwarming in de kamer waar de thermostaat staat. Ze geven aan de hypofyse verkeerdelijk de boodschap dat er voldoende mannelijk hormoon aangemaakt wordt, waardoor die geen gonadotrofines vrijgeeft.
Maar gonadotrofines zijn nodig voor de productie en de rijping van de zaadcellen. De 'onnatuurlijke' aanwezigheid van mannelijk hormoon leidt m.a.w. tot het wegvallen van de natuurlijke impuls om gonadotrofines aan te maken. En: zonder gonadotrofines, geen (of een sterk verminderde) zaadproductie.

Zaadcellen worden geproduceerd in heel fijne kanaaltjes (zaadvormende buisjes) in de testikels van de man. De aanmaak ervan start in de puberteit en blijft het hele leven doorgaan.
De productie op zich is een ingewikkeld proces van celdeling en celdifferentiatie, dat in totaal bijna drie maanden in beslag neemt. Maar uiteraard voltrekt het proces zich in zijn verschillende fasen in duizenden kanaaltjes tegelijk, zodat er na één zaadlozing geen drie maanden gewacht hoeft te worden op nieuwe zaadcellen.
Na hun aanmaak in de zaadbal gaan de zaadcellen naar de bijbal, die uit één enkele, sterk gewonden buis bestaat. Daar verblijven de spermatozoa ongeveer zeven dagen, tijd waarin ze verder rijpen en beweeglijker worden.
De bijbal fungeert ook als reservoir van zaadcellen. Pas bij een orgasme worden ze uit de bijbal geperst en beginnen ze aan hun tocht naar buiten, door de zaadleider via de prostaat naar de penis.
De zaadleider vormt samen met de begeleidende zenuwen en bloedvaten de zaadstreng. Voordat die de prostaat binnendringt, is er een verwijding die de verbinding vormt met de zaadblaasjes. Zowel de zaadblaasjes en de prostaat scheiden een vocht af en vormen zo een voedingsrijk plasma, waarin de zaadcellen uiteindelijk via de urinebuis van de penis naar buiten worden getransporteerd.
Vruchtbaar/onvruchtbaar?
Vanaf twee miljoen (en minder) beweeglijke zaadcellen per milliliter heeft de man een ernstig vruchtbaarheidsprobleem.
Vanaf minder dan 20 miljoen zaadcellen per milliliter is verminderde vruchtbaarheid mogelijk.
Een normaal vruchtbare man loost per keer 1,5 tot 4 milliliter sperma, dat per milliliter 20 tot 200 miljoen zaadcellen bevat. Vanaf twee miljoen (en minder) beweeglijke zaadcellen per milliliter heeft de man een zeer ernstig vruchtbaarheidsprobleem (zie ook de
zaadkwaliteit).
Dit productie- en ejaculatietraject vormt een belangrijk onderzoeksterrein bij de behandeling van verminderd vruchtbare paren. Problemen die zich op het traject voordoen kunnen dankzij de heelkunde of technieken voor zaadextractie soms omzeild worden.