
Wat houdt vriesbewaring in?
Tijdens je behandeling of in de aanloop ernaartoe kan het nodig zijn om reproductief lichaamsmateriaal in te vriezen en te bewaren. Het is mogelijk om zaadcellen, eicellen maar ook embryo’s in te vriezen om deze later te gebruiken voor een MBV-behandeling. Het invriezen gebeurt op een gecontroleerde en veilige manier in onze laboratoria Medisch Begeleide Voortplanting.
De weefselbank van UZ Brussel waar we het reproductief menselijk lichaamsmateriaal bewaren, noemen we de MLM-bank van Brussels IVF. Brussels IVF beschikt met andere woorden over de nodige kwaliteitslabels en toelatingen om een eigen weefselbank te beheren.
Voor wie?
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je opteert voor vriesbewaring.
Voor vrouwen
- Als vrouw kan je eicellen laten inbanken voor later gebruik (om persoonlijke of om medische redenen of wanneer er bijvoorbeeld tijdens een IVF/ICSI behandeling geen zaadcellen gevonden worden bij je partner).
- In geval van een kankerdiagnose of bij een bloedziekte kan het voor een vrouw, of meisje, ook een optie zijn om eierstokweefsel te laten inbanken als fertiteitsbewarende maatregel. In de eierstok bevinden zich immers reeds de follikels die later kunnen uitrijpen tot eicellen. De chirurgische verwijdering van (een deel van) een eierstok wordt in België alleen overwogen als daardoor de vruchtbaarheid van een patiënte na een kankerbehandeling hersteld zou kunnen worden.
- We vriezen voor de kankerbehandeling dan kleine stukjes schors van de eierstok in. Een kankerbehandeling met chemo kan immers nefast zijn voor de vruchtbaarheid. Wanneer de patiënte in remissie is en er sprake is van een actuele kinderwens, kunnen we via een transplantatie van het weefsel op de andere eierstok de eicelproductie op gang brengen. Deze vruchtbaarheidsbewarende techniek biedt een zeer goede prognose voor de patiënt.
Voor mannen
- Als man kan je sperma laten inbanken wanneer er je geen vers staal kan geven voor jullie MBV-behandeling of bijvoorbeeld als preserverende maatregel om medische of persoonlijke redenen (bv voor je een steriliserende behandeling ondergaat).
- Je kan ook zaadbalweefsel laten inbanken. Dit is een optie wanneer er geen zaadcellen in het ejaculaat aanwezig zijn en we via een ingreep (link) zaadcellen uit het teelbalweefsel halen. Weefsel inbanken kan ook een optie zijn als vruchtbaarheidsbewarende maatregel voor mannen in geval van een kankerdiagnose.
- In het kader van een kankerdiagnose of bij een bloedziekte bij een jongen die nog geen zaad kan produceren, kan het ook een optie zijn om prepubertair teelbalweefsel in te banken. In dit weefsel zitten stamcellen die later zaadcellen zullen worden. In samenwerking met de VUB (onderzoeksgroep BITE) voeren we onderzoek naar de mannelijke vruchtbaarheid na transplantatie van dir weefsel. Een kankerbehandeling met chemo kan nefast zijn voor de vruchtbaarheid. Wanneer de patiënt in remissie is en er sprake is van een actuele kinderwens, pogen we via transplantatie van het weefsel de zaadproductie opnieuw te activeren.
Spermabank
Het invriezen
In het labo wordt eerst de concentratie, de beweeglijkheid (motiliteit) en de vorm van de zaadcellen (morfologie) gecontroleerd waarna het staal ingevroren wordt. Hoeveel zaadcellen er exact op één rietje bewaard worden, is afhankelijk van de kwaliteit van de spermastaal.
Een zaadstaal van een patiënt wordt vaak ruw ingebankt. Dit wil zeggen dat we het staal niet eerst behandelen of opwerken.
Om de zaadcellen in te vriezen wordt eerst een specifiek medium toegevoegd dat kristalvorming tegengaat. Zaadcellen worden eerst op een gecontroleerde manier tot onder het vriespunt gebracht. In een invriestoestel daalt de temperatuur gedurende 20 minuten van +24°C tot -80°C. Daarna wordt het rietje in vloeibare stikstof (-196°C) ondergedompeld.
Wanneer er geen zaad in het ejaculaat is, kan vaak via een ingreep zaad (zie fertiliteitsingrepen) chirurgisch verkregen worden via bijvoorbeeld een biopt uit de bijbal. Het weefsel wordt in ons labo onderzocht en alle gevonden zaadcellen worden ingevroren of onmiddellijk gebruikt.
Rietjes van één patiënt worden steeds samen in een huls gestoken. Zo wordt materiaal van verschillende patiënten nooit samen bewaard. Op ieder rietje wordt een label aangebracht met de naam en het unieke dossiernummer van de patiënt. Het rietje bevat ook de aard van het weefsel (vb. TESE of ejaculaat) en datum van invriezen. Er komt ook een barcode op voor de elektronische controle via het RI Witness™ systeem. Op de huls staan eveneens de gegevens van de patiënt vermeld.
Op rietjes met donormateriaal staat een geanonimiseerd donornummer vermeld en informatie over hoe het staal werd ingebankt. Er komt ook een barcode op voor de elektronische controle via het RI Witness™ systeem. Op de huls staat het unieke dossiernummer van de vrouw vermeld waaraan die rietjes van de donor gekoppeld zijn.
Wanneer het gaat om rietjes van een gekende donor staat het unieke dossiernummer van de donor en de barcode voor de elektronische controle via het RI Witness™ systeem op ieder rietje.
Bij dooi
Wanneer ingevroren zaadcellen nodig zijn voor je MBV-behandeling zullen ze gedooid worden. Twee laboranten zullen dan de nodige rietjes samen uit de spermabank halen. Zo wordt er altijd eerst een dubbele menselijke controle uitgevoerd, gevolgd door de elektronische controle via RI Witness™, voor het staal effectief gebruikt wordt.
Wanneer het rietje gedooid wordt zal dit in ons Labo Andrologie “opgewerkt” worden voor gebruik. Dit betekent dat de laborant de zaadcellen wast en het staal concentreert. De beste, goed beweeglijke zaadcellen worden via een licht centrifugerende beweging door specifiek medium (een gradiënt) geselecteerd. Dit proces heet ‘capacitatie’. Zo blijven enkel de beste zwemmers over en bekomen we een performanter staal voor een inseminatie of om een verdere selectie te kunnen maken voor IVF of ICSI.
Doorgaans hebben we voor 1 ICSI-cyclus, 1 rietje nodig. Afhankelijk van de kwaliteit van het staal kunnen meerdere rietjes nodig zijn om tot een opgewerkt staal te komen dat voldoet aan de vereisten om je behandeling te kunnen uitvoeren.
Gemiddeld overleeft 50% van de zaadcellen het dooiproces niet. Het overlevingspercentage hangt samen met de kwaliteit van het staal. Bij een behandeling met eigen materiaal wordt daarom, indien mogelijk, steeds de voorkeur gegeven aan een vers staal.
Wanneer iemand zaaddonor wil worden, zal naast de wettelijke gezondheidscontrole ook een vriestest gebeuren. Hiermee willen we achterhalen hoe goed de zaadcellen het proces van vriesbewaring overleven. Indien het overlevingspercentage van het zaadstaal niet hoog genoeg is, zal de man niet in aanmerking kunnen komen als donor.
Indien je een gekende donor wil aanbrengen, moet die aan dezelfde medische voorwaarden en testen voldoen als anonieme donoren. Er zal op basis van die resultaten van de performantie van het staal en de vriestest een medisch advies gegeven worden over de behandeling door een arts.
Donorrietjes die aangekocht worden bij een buitenlandse bank zijn meestal reeds opgewerkt voor ze ingevroren werden. Dat wil zeggen dat een rietje enkel gedooid wordt en direct gebruikt kan worden voor je MBV-behandeling.
Bewaartermijn
De maximale wettelijke bewaartermijn voor zaadcellen is 10 jaar. Omwille van medische redenen kan dit verlengd worden. Vriesbewaring van zaadcellen (eigen materiaal of donormateriaal) is steeds op kosten van de wensouders.
Het inbanken van zaadcellen is op dit ogenblik enkel terugbetaald bij een kankerdiagnose.
Eicelbank
Het invriezen
De eicel is de grootste cel in het menselijk lichaam. In tegenstelling tot een zaadcel bevat een eicel veel vloeistof (cytoplasma) en is zij daardoor vatbaarder voor kristalvorming bij het invriezen. Daarom gebeurt vriesbewaring van eicellen in ons labo via de vitrificatietechniek. Dit is een techniek waarbij de kans op kristalvorming tot een minimum herleid wordt. Vitrificeren betekent letterlijk ‘veranderen in glas’. Met behulp van deze techniek wordt het materiaal ultrasnel ingevroren in vloeibare stikstof (-196 °C).
We vriezen doorgaans twee eicellen in op één rietje.
Op het rietje met de eicellen staat steeds de naam van de patiënte vermeld, het unieke cyclusnummer van de behandeling en de datum van invriezen. Ieder rietje heeft een eigen nummer en bevat een barcode voor de elektronische controle via het RI Witness™ systeem.
Rietjes van één patiënt worden maximum per drie in een huls (visotube) gestoken. Zo wordt materiaal van verschillende patiënten nooit samen bewaard.
Bij dooi
Eicellen zijn delicater dan embryo’s en doorgaans minder talrijk dan zaadcellen om in te vriezen. Gemiddeld zien we in ons labo een overlevingspercentage van ongeveer 75% bij het dooien van gevitrificeerde eicellen. Er zijn sterke individuele verschillen mogelijk die ook gelinkt kunnen zijn met de kwaliteit van de eicel. Wanneer je eicellen inbankt voor later gebruik, kan soms geadviseerd worden om meer dan één behandeling uit te laten voeren om realistische slaagkansen bij een latere behandeling te kunnen bieden.
Wanneer ingevroren eicellen gedooid moeten worden voor gebruik, zullen twee laboranten de nodige rietjes samen uit de eicelbank halen. Zo wordt er altijd eerst een dubbele menselijke controle uitgevoerd, gevolgd door de elektronische controle via RI Witness™, voor het rietje effectief gebruikt wordt.
Het dooien van eicellen gebeurt minstens per rietje. In de praktijk zullen we bij het dooien van eicellen steeds rekening houden met jouw specifieke situatie en de beschikbare zaadcellen. Na het dooiproces worden eicellen geëvalueerd in ons labo.
Bewaartermijn
De maximale wettelijke bewaartermijn voor eicellen 10 jaar of tot de dag voor je 48ste verjaardag. Wanneer je jonger bent dan 48 jaar kan de bewaartermijn omwille van medische redenen verlengd worden. De kost voor bewaring is ten laste van de patiënt.
Het inbanken van eicellen is op dit ogenblik enkel terugbetaald bij een kankerdiagnose, bij vrouwen met een borderline ovariumtumor en mensen met een zeldzame bloedziekte.
Embryobank
Het invriezen
We kunnen ook succesvol embryo’s invriezen en bewaren. Net als eicellen vriezen we embryo’s in met de vitrificatietechniek. Ieder embryo wordt apart op een rietje ingevroren.
Op het rietje staat steeds de naam van de wensmoeder vermeld, evenals het cyclusnummer van de behandeling, het embryonummer en de datum van het invriezen. Ieder rietje heeft een eigen nummer en bevat een barcode voor de elektronische controle via het RI Witness™ systeem.
In onze databank wordt ook de kwaliteitsscore van het embryo geregistreerd. Op basis hiervan beslist de embryoloog welk embryo eerst in aanmerking zal komen voor een terugplaatsing.
Embryo’s worden standaard ingevroren indien een IVF- of ICSI-behandeling meerdere embryo’s oplevert. Doorgaans streven we naar een verse transfer volgend op de eicelpunctie. De boventallige embryo’s van goede kwaliteit worden dan ingevroren. Als je behandeling niet tot een zwangerschap heeft geleid of als je later nog een kind wil, worden eerst de ingebankte embryo’s gebruikt alvorens een nieuwe stimulatiecyclus op te starten.
Wanneer je lichaam (te) sterk reageert op stimulatiehormonen en er risico is op overstimulatie (OHSS) zullen alle embryo’s ingebankt worden. Je lichaam heeft zo de tijd om te herstellen en we kunnen het embryo terugplaatsen in een volgende cyclus.
Bij dooi
Embryo’s kunnen ingevroren worden op verschillende dagen van de ontwikkeling. Doorgaans zijn embryo’s goed opgewassen tegen de invriesprocedure. Voor embryo’s op dag 3 van de ontwikkeling, bieden we een overlevingspercentage rond de 95%. Embryo’s die tot dag 5 van de ontwikkeling doorgroeien (blastocyst), hebben in ons laboratorium een overlevingspercentage rond de 98%.
Wanneer ingevroren embryo’s gedooid moeten worden voor gebruik, zullen twee laboranten het rietje samen uit de embryobank halen. Zo wordt er altijd eerst een dubbele menselijke controle uitgevoerd, gevolgd door de elektronische controle via RI Witness™, voor het rietje effectief gebruikt wordt. Na het dooiproces wordt het embryo geëvalueerd.
Het aantal embryo’s dat teruggeplaatst zal worden, wordt bepaald in samenspraak met je behandelende arts. Dit is bovendien ook wettelijk begrensd. Gezien de hoge slaagkansen met ingevroren embryo’s, opteren wij doorgaans om slechts één embryo per poging terug te plaatsen.
Bewaartermijn
Na een IVF/ICSI behandeling worden boventallige embryo’s 5 jaar bewaard. Deze bewaarkost zit in het terugbetalingsforfait van de Belgische mutualiteit indien je binnen de terugbetalingscriteria valt. Omwille van medische redenen, kan deze termijn met een gemotiveerd doktersadvies verlengd worden. De kosten voor een verlenging zijn steeds ten laste van de wensouder.
Wat na de bewaartermijn?
Wanneer je start aan een behandeling zal je, samen met je partner, vastleggen wat er met de zaadcellen, eicellen en/of embryo’s gebeurt na afloop van deze wettelijke bewaartermijn. Over gemeten beslis je zelfstandig, over embryo’s beslis je samen. Je legt in een contract vast wat wij moeten doen wanneer de vriesbewaring afloopt. Je kan je gameten of de embryo’s schenken voor wetenschappelijk onderzoek of aangeven dat ze onmiddellijk vernietigd dienen te worden. Je kan ook opteren om het ingevroren lichaamsmateriaal anoniem te doneren voor een behandeling van andere wensouders.